Bodem en de Omgevingswet
Door de Omgevingswet verschuift het bevoegd gezag voor de bodemtaken van de provincie naar de gemeenten. Grondwatersanering en grondwaterbescherming blijven de verantwoordelijkheid van de provincie. Hiervoor zijn regels opgenomen in de Omgevingsverordening van de provincie. De RUD voert bodem- en grondwatertaken uit voor de gemeenten en de provincie. De Wet bodembescherming komt te vervallen per 1-1-2024 en de regels voor bodemverontreinigingen zijn te vinden in het Besluit activiteiten leefomgeving en de omgevingsplannen van de gemeenten. De Wet bodembescherming blijft wel van kracht als het overgangsrecht van toepassing is.
De grootste verschillen tussen de huidige situatie met de Wet bodembescherming en de Omgevingswet zijn:
- Wat nu bodemsanering wordt genoemd, valt uiteen in twee activiteiten: graven en saneren
- BUS-meldingen en beschikkingen op saneringsplannen worden vervangen door meldingen in het kader van het Bal of een (tijdelijk) omgevingsplan
Graven en saneren
Kwaliteit grond onder de interventiewaarde | Kwaliteit grond boven de interventiewaarde | |
Hoeveelheid grond onder 25m3 | Geen algemene regels | Geen algemene regels, mogelijk wel regels in (tijdelijk) omgevingsplan |
Hoeveelheid grond boven 25 m3 | Algemene regels: milieubelastende activiteit 'graven' beneden de interventiewaarde (paragraaf 4.119 Bal) | Algemene regels: milieubelastende activiteiten 'graven' boven de interventiewaarde (paragraaf 4.120 Bal) |
Grondwater
Het saneren van grondwater en bouwen op locaties met verontreinigd grondwater vallen voortaan onder provinciale regels die voortvloeien uit de Kader Richtlijn Water.
Maatwerkbesluit
Een maatwerkbesluit is nodig bij afwijking van algemene regels, zoals een afwijkende terugsaneerwaarde. Een maatwerkbesluit kan alleen in aanvulling op een melding worden aangevraagd. U moet dus eerst een melding doen.
Overgangsrecht
Voor bodemverontreinigingen die al onherroepelijke beschikking ernst en spoed hebben of op 1 januari 2024 een ontwerpbeschikking ernst en spoed hebben, geldt er overgangsrecht. Locaties met een onherroepelijke beschikking worden in zijn geheel volgens de Wet bodembescherming afgehandeld. Voor locaties met een ontwerpbeschikking geldt dat de bezwaar- en beroepsprocedure wordt gevolgd zoals in de Wet bodembescherming is beschreven. Andere gevallen waarvoor overgangsrecht geldt zijn onder andere:
- De saneerder heeft voor 1 januari 2024 een (deel)saneringsplan ingediend; ook er daar nog geen besluit (ernst) en spoed over is genomen. Het oude recht blijft dan gelden voor het deel van de locatie waar het (deel)saneringsplan over gaat.
- De sanering van BUS-meldingen gedaan voor 1 januari 2024 worden uitgevoerd volgens de Wet bodembescherming. Als de melding na 12 maanden vervalt, geldt de Omgevingswet. Behalve als er op de betreffende locatie een beschikking ernst en spoed is genomen die valt onder het overgangsrecht.
- Gevallen van bodemverontreiniging die veroorzaakt zijn tussen 1 januari 1987 en 1 januari 2024. Voor deze situaties blijft de zorgplicht uit de Wet bodembescherming van kracht.
Een volledig overzicht van de gevallen waarvoor overgangsrecht geldt, vindt u op de website van het IPLO (informatiepunt leefomgeving).
Aanvragen en melden
U kunt aanvragen indienen en meldingen doen via het omgevingsloket.