Toepassen bouwstoffen

De bodemkwaliteit mag er niet op achteruit gaan wanneer bouwstoffen worden hergebruikt of toegepast. Aan de andere kant is het wenselijk om afval- en reststromen waar mogelijk opnieuw te gebruiken in plaats van bijvoorbeeld te verbranden of storten. Om hergebruik of toepassen van bouwstoffen mogelijk te maken zonder dat de bodemkwaliteit hier onder lijdt zijn daarom regels opgesteld. De regels voor het toepassen van een aantal bouwstoffen staan in paragraaf 4.123 van het Besluit activiteiten leefomgeving (bal). Daarnaast kunnen gemeenten zelf aanvullende regels vaststellen. 

 

Wat moet u doen?

Onderscheid bouwstoffen

Er is een onderscheid tussen vormgegeven bouwstoffen (bijvoorbeeld dakpannen, tegels of straatstenen) en niet-vormgegeven (NV) bouwstoffen (bijvoorbeeld menggranulaat, staalslakken en (AVI)-bodemassen). 

Melding- of informatieplicht 

Het gebruik van bouwstoffen hoeft niet te worden gemeld als ervanuit de gemeenten geen aanvullende eisen zijn vastgesteld. 
Voor een aantal niet vormgegeven bouwstoffen moet vier weken voor aanvang van het toepassen informatie worden verstrekt indien het gaat om AVI-bodemassen of immobilisaten. Voor andere bouwstoffen is het verstekken van informatie voor aanvang niet nodig. Wel moet voor niet vormgegeven bouwstoffen altijd aangetoond kunnen worden dat de kwaliteit voldoet aan de wettelijke eisen. Hiervoor dient een Milieuverklaring bouwstoffen opgesteld te worden en bij een productcertificaat of een partijkeuring bewaard te worden. 

Bij het toepassen van bouwstoffen moet u zich houden aan de algemene regels voor deze activiteit, zoals deze zijn opgenomen in het bal. 

Let op: ook als het niet nodig is vooraf informatie toe te sturen, dient u zich te houden aan de algemene regels in het bal. Daarnaast geldt de zorgplicht. Dit houdt in dat iedereen verplicht is benodigde maatregelen te nemen om te voorkomen dat, als gevolg van een activiteit, verontreiniging van de bodem of het oppervlaktewater plaatsvindt.

Wat doet de RUD?

De RUD beoordeelt de informatieplichten en controleert of het toepassen van bouwstoffen volgens de regels gebeurt. Onze toezichthouders komen op locaties waarvoor informatie is verstrekt, maar voeren ook gebiedscontroles uit. Waar sprake is van overtredingen van de regelgeving worden vervolgens maatregelen voorgeschreven om de vastgestelde overtredingen ongedaan te maken. In ernstige gevallen maakt een BOA proces verbaal op. 

Veelgestelde vragen over bodem

Staat uw vraag er niet tussen, neem dan contact met ons op.

  • Er is nog geen definitief landelijk beleid vastgesteld voor PFAS in het Besluit bodemkwaliteit. Er geldt landelijk een tijdelijk handelingskader. Dit geldt ook in een aantal RUD-gemeenten. Daarnaast zijn er gemeenten met eigen beleid en gemeenten die de provinciale achtergrondwaardenkaart als basis gebruiken. Ga altijd eerst na welk beleid van toepassing is op uw situatie. Neem bij twijfel contact op met de RUD. 

  • In principe is de eigenaar van de grond verantwoordelijk voor de kwaliteit van de bodem. De eigenaar moet bodemvervuiling voorkomen en de verontreiniging die hij of zij veroorzaakt zo snel mogelijk verwijderen. Is de verontreiniging eerder veroorzaakt, dan is de oorspronkelijke vervuiler aansprakelijk. Hierbij geldt een verjaringstermijn van 30 jaar. Is die termijn verstreken of is de vervuiler niet meer te achterhalen? Dan is de eigenaar meestal zelf verantwoordelijk voor de bodemsanering. Ernstige vervuilingen waarbij niet is vast te stellen wie verantwoordelijk is, worden gesaneerd door de overheid.