Ecologisch advies voor gemeenten
Het beschermen van de natuur is geregeld in de Wet natuurbescherming. Hierin hebben provincie én gemeenten een eigen taak. De RUD voert de toezichtstaken uit voor de provincie en kan gemeenten ondersteunen in het uitvoeren van hun taak: de natuurcheck van omgevingsvergunningen en alles wat hiermee samenhangt. Deze natuurcheck is er om te voorkomen dat plant- en diersoorten worden aangetast: soortenbescherming.
Wat is soortenbescherming?
Het beschermen van diersoorten houdt in dat het verboden is om dieren opzettelijk te verstoren, te verwonden of te doden. Dit geldt voor alle dieren. Maar ook zijn er bepaalde diersoorten die extra beschermd zijn zoals vleermuizen, gierzwaluwen en dassen. Wie een activiteit of werkzaamheden uit wil voeren waar een omgevingsvergunning voor nodig is, moet dus (laten) onderzoeken of dit nadelige gevolgen heeft voor beschermde soorten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan festivals in de buurt van een natuurgebied of renovatie van gebouwen waar vleermuizen in huizen. Ook plantsoorten worden beschermd: het is verboden om planten te verwijderen.
Wat is de rol van de gemeente?
De provincie is bevoegd gezag voor de Wet natuurbescherming. Maar de Wet natuurbescherming is aangehaakt bij de omgevingsvergunning. Dit betekent dat gemeenten bij het verlenen van omgevingsvergunningen moet nagaan of de activiteiten impact hebben op soorten en of het nodig is om een aanvraag door de provincie te laten beoordelen. De provincie koppelt er dan vaak voorwaarden aan met betrekking tot de planning, verplaatsen van dieren en regelen van alternatief onderdak.
Hoe kan de RUD gemeenten ondersteunen?
Er werken ecologen bij de RUD die gemeenten helpen bij de beoordeling van de volledigheid en correcte interpretatie van aanvragen van omgevingsvergunningen. Zij vertalen quickscans naar adviezen voor de vergunningverlening. Op deze manier kan voorkomen worden dat werkzaamheden stil worden gelegd, aangepast moeten worden of kansen om soorten te beschermen worden gemist.